woensdag 16 november 2011

Kaas, Kees en André

Kaas, een Hollandser product bestaat niet. Onze bijnaam is zelfs kaaskop. Dat kaaskop vroeger een scheldwoord was, doet er niet toe. Immers, wat niet weet, wat niet deert…

In Nederland wordt veel kaas geproduceerd. Heel veel, namelijk 650 miljoen kilo per jaar! 75% daarvan wordt naar andere landen geëxporteerd en gretig afgenomen. Maar zelf lusten we jaarlijks ook wel 17,5 kg per kaaskop. Dat klinkt niet veel, maar 1,5 kg per maand is toch fors! Zelfs op vakanties kan de kaas absoluut niet ontbreken. Op de camping waar dan ook in Europa, staat kaas op tafel. Met niet te vergeten, onze kaasschaaf. Dat we in een ander land zijn met eigen culinaire hoogstandjes, daar heeft de Nederlander echt kaas aan!

We kunnen aardig overdrijven in onze kaasbehoefte. Zelfs in de ruimte moet en zal er kaas worden gegeten. Astronaut André Kuipers kan als Nederlander geen half jaar zonder. Maar hij vliegt al wel bijna de ruimte in… Er is dus serieus kaas voor hem vooruit geschoten!! De voorraad maakte al een wereldreis vanuit Nederland via Amerika naar Kazachstan. Maar vervolgens gingen er 32 stukken kaas op ruimtereis, goed voor 5 kg. Aangezien we daar gemiddeld maar 4 maanden mee kunnen doen, wordt er in januari speciaal voor Kuipers nogmaals 5 kg met de raket nageschoten!

Is kaas nou alleen maar onmisbaar qua smaak of ook gewoon hartstikke geschikt als ‘astronautenvoer’?
Ja dus! Kaas is supergezond in de ruimte. Het is namelijk calorierijk. En de energiebehoefte voor een ruimtevaarder is nou eenmaal hoger. Kaas bevat weinig vezels, dat scheelt voor de toiletbehoefte. Tevens bevat het erg weinig ijzer, wat voor astronauten ook belangrijk blijkt. Daarbij bevat kaas wel eiwitten, calcium en vitamine D, terwijl de kans op spier- en botafbraak in de ruimte groot is. Dus misschien helemaal niet zo gek bedacht!

Maar een ruimtereis is (helaas) voorlopig nog niet voor iedereen weggelegd. Dus wellicht is het zinvoller te kijken naar de voedingswaarde van kaas voor onszelf. Het levert in ieder geval dus veel calcium, eiwitten, vitamine D en tevens vitamine A. Dat is absoluut gunstig. Maar daar tegenover is het een belangrijke bron van calorieën en van verzadigd vet en transvet. Dit zijn de slechte vetten die het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Sterker nog 1/3e van deze vetten worden door zuivel en dan met name kaas geleverd. Daarnaast wordt kaas gemaakt door melk met stremsel als wrongel te laten zwemmen in een zoutbad. Dit zorgt ervoor het veel zout bevat. En dat is ook niet goed, want teveel zout kan de bloeddruk weer verhogen.

We zijn kaaskoppen of we zijn het niet. We laten ons niet de kaas van het brood eten! We willen allemaal wel gezonder eten, maar geen kaas is geen optie. Dus is er iets nieuws uitgevonden. Kees. Zoals kaas in vrijwel elk Nederlands dialect al tig jaren heet. Maar Kees is nieuw en Kees mag helemaal geen kaas heten en heet dus Kees. (Leg dat maar eens uit in Drenthe, Twente, Limburg of elders! :)

Kees smaakt naar kaas, maar bevat wel 60% minder verzadigd vet en 30% minder zout dan volvette 48+ kaas. Het heeft 10 jaar geduurd, voordat het product smakelijk en wel op de markt kwam. Maar het is dus gelukt om onze traditionele kaas met zijn slechte vetten en zout om te vormen tot een gezonder product. Het product is zelfs genomineerd tot de Jaarprijs van het Voedingscentrum 2011. Dus de Keesmakers hebben er duidelijk kaas van gegeten. Wellicht moeten we vanaf nu gewoon de kaas de ruimte inschieten en met Kees de boterham beleggen…
  © Hilgien Ruinemans  

maandag 14 november 2011

JANUARI: De komkommer, best Nederlands, best zielig

De komkommer is een alledaags product waar we eigenlijk nooit over nadenken. En menigeen zal zich afvragen of het überhaupt wel een (typisch) Nederlands product is. Toch staat Nederland in de top 3 van exportlanden, direct na Mexico en Spanje. 70% van onze komkommers belandt bij onze oosterburen. Wat we zelf eten, eten we met name in de zomermaanden. Maar midden in de winter worden in de Nederlandse kassen al druk komkommers geoogst… 

In mei en juni 2011 kwam de komkommer abrupt in het nieuws en werd het gelijk ook gespreksonderwerp nummer 1. Maar niet om zijn verfrissende aanvulling op de boterham! In Duitsland stierven plotseling mensen door de besmetting met de EHEC-bacterie. Ook bleken zo’n 300 mensen ziek te zijn geworden. Voordat er een definitieve bron was aangewezen, zaten de komkommers al lang en breed in de verdachtenbank.
Vanaf het begin werd geadviseerd komkommers te schillen of grondig te wassen onder stromend water. Durex had er overigens zijn eigen voorzorgsmaatregelen voor bedacht. ‘Niet eten’ is nooit het advies geweest. Desondanks lieten de consumenten komkommers massaal links liggen. Binnen één week was duidelijk dat de (Spaanse!) komkommers niet de oorzaak van de EHEC-crisis waren. Taugé was de volgende en definitieve schuldige. Dat taugé als kiemgroente altijd dient te worden verhit voor gebruik, bleek niet voor niets een goed advies te zijn geweest. Maar ja, het was nu te laat om daar op terug te komen.                             
Ondanks dat taugé de ziekelijke bron bleek, hadden de komkommers het ook zwaar te verduren. De consument praatte wel veel over de komkommer, maar durfde nauwelijks nog de vrucht aan te raken. Met als gevolg dat er ruim 30 miljoen komkommers moesten worden vernietigd! Wij Nederlands zijn vrij nuchter en gingen met enige angst toch weer de kerngezonde komkommers eten. Maar in Duitsland bleef de angst tot augustus nog de boventoon voeren.
Maar hoe gezond is de EHEC-vrije komkommer eigenlijk? De komkommer levert met betrekking tot de voedingswaarde weinig gezondheidswinst. Een hele komkommer (400-450g) levert namelijk maar 2,5g vezels en 17g vitamine C. Maar ook maar 55 calorieën, dus het past in elk dieet! En komkommers zijn gewoon lekker om op te eten. En die 1,65 miljard weggesmeten calorieën hadden toch veel monden kunnen vullen.

© Hilgien Ruinemans

vrijdag 11 november 2011

Sint Maarten

Het is weer 11 november, de dag dat er opeens veel kinderen in beweging zijn. Bewapend met een lampionnetje en met -hopelijk- een mooie stem gaan de kinderen op pad. Ze zingen simpele en vaak humoristische liedjes als “Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten”. Een fenomeen die niet voor iedereen bekend is, maar dan des te meer kan verbazen. Deze liedjes worden namelijk gezongen voor snoep, veel snoep! 

Een enkele volwassene doet zich gezond voor en geeft een mandarijn. Maar die kilo’s snoep worden daar echt niet mee gecompenseerd. (Wishfull thinking!). Geld geven is ook een optie, vooral als je vergeten bent dat het alweer de 11e van de 11e is. Kunnen die kinderen er zelf iets van kopen. Tadaaaa.. nog meer snoep! Want die kilo’s die bij elkaar gezongen worden gaan supersnel op. Dat moet ook wel, want binnen een week is Sinterklaas weer in het land en ook dat gaat gepaard met heel veel lekkers. Het enige gezonde dat dan tevoorschijn komt is een wortel. Maar ja, die is voor de schimmel…


Het is maar goed dat het pompoenentijd is. Een pompoen leent zich namelijk voor de ideale lampion. Kwestie van uithollen en er een mooi gezichtje in kerven. Hij vliegt ook niet in de brand als je een kaarsje mag gebruiken. Maar daarnaast ben je even lekker bezig met groente! Klinkt gezond!
Ook suikerbieten, wat meer van toepassing lijkt, zijn geschikt en worden wel gebruikt om als lampion te fungeren. Wel uitgehold, want anders knapt het stokje onder het gewicht van de suikerbiet. Een gewichtig spel dus...! 
Wat de achtergrond  van deze typische (Noord-)Nederlandse gewoonte is, weet bijna niemand. Wellicht is het alleen maar een bedelfeest. Bedelfeesten waren vroeger namelijk nodig in de moeilijke wintermaanden.

 Eh...moeilijke wintermaanden? Het is nu gewoon weer een extra reden om te snoepen en de obesitas nog een klein handje te helpen! Maar dat is je eigen verantwoordelijkheid, aldus minister Schippers. En ach, het is maar één keer per jaar Sint Maarten.
(En sinterklaas, kerst, oud&nieuw, Valentijn, Pasen, vakantie, verjaardag....)


© Hilgien Ruinemans